“Bazzz is geen tweede thuis. Het ís gewoon thuis.”

Lamia Cheba - C:Bazzz

Copyright: Bazzz

“Bazzz is geen tweede thuis. Het ís gewoon thuis.”

Motief ging in gesprek met Lamia Cheba, coördinator van Bazzz, een jeugdorganisatie uit Antwerpen. Bazzz en Motief zijn sinds kort heel sterk met elkaar verbonden. In januari verwelkomde Motief Lamia als lid van het bestuur.  Educatieve medewerker van Motief, Leila Clement, zetelt in de algemene vergadering van Bazzz. We ijveren als organisaties voor een samenleving waarin geen plek is voor ongelijkheid en onrechtvaardigheid, maar doen dit elk op onze eigen manier. We praten met Lamia o.a. over hoe we elkaar hierin kunnen versterken.

 

Lamia, misschien eerst even voor wie Bazzz nog niet kent. Vertel eens wat meer over deze jeugdorganisatie?

Bazzz is een redelijk jonge jeugdorganisatie die groeide uit MSC Ahlan, een zelforganisatie die in 1995 werd opgestart in Antwerpen Noord door jongeren van Marokkaanse origine. Vandaag is Bazzz een vrij regulier jeugdhuis dat vertrekt vanuit het bottom up principe. We vertrekken altijd van wat er leeft bij onze jongeren en gaan samen met hen aan de slag om ons aanbod te ontwikkelen. Bazzz richt zich vooral tot jongeren van Marokkaanse origine, maar daarmee sluiten we de deuren niet voor anderen. We willen dat iedereen kan participeren aan het jeugdwerk, daarom willen we voor onze doelgroep zo laagdrempelig mogelijk zijn. Uiteraard zetten we daarbij ook in op verbinding. We leven in een superdiverse samenleving en willen vanuit Bazzz een bijdrage leveren door ervoor te zorgen dat ook kwetsbare jongeren alle kansen krijgen om volwaardig te participeren. Dit doen we door jongeren te empoweren zodat ze hun leven en keuzes in eigen handen hebben.We streven ook naar verbinding door samen te werken met ander jeugdpartners en bruggen te slaan naar andere sectoren, zoals het onderwijs en de culturele sector.

 

Je maakt nu deel uit van Motief als bestuurslid. Welke meerwaarde zie je in een structurele samenwerking zowel voor Bazzz als voor Motief?  

Voor mij is het een meerwaarde om cross-over samen te werken, over de verschillende domeinen heen. Hoe kunnen we elkaar versterken in het realiseren van dezelfde doelstellingen? Onze doelstellingen lopen gelijk en uiteindelijk is dat wat ons met elkaar verbindt. Enkel de manier waarop is anders. Terwijl Motief als vormingsinstelling een specifieke focus op levensbeschouwing heeft, focust Bazzz op de praktijkervaring van jongeren. Het is boeiend om te bekijken hoe we van elkaar kunnen leren en hoe we elkaars werking kunnen versterken. Bij Bazzz zetten we allerlei proeftuinen op en vertrouwen we erop dat de expertise vooral bij de jongeren zelf zit. We hebben een andere manier van kennisverwerving dan Motief, maar dat is net interessant. Dat is ook de kracht van onze samenwerking.

 

Net als de rest van de samenleving werden onze beide organisaties geconfronteerd met de impact van de corona-maatregelen. Op welke manier heeft dat een invloed gehad op de werking van Bazzz?

We stonden op het punt om net heel wat grote activiteiten te organiseren. Vanaf midden maart waren de meeste activiteiten gepland. We zijn altijd erg ambitieus wat betreft onze planning en we hadden er als team veel werk ingestoken en naartoe geleefd.

Aanvankelijk hadden we niet door hoe ernstig het was. Terwijl sommige organisaties besloten te sluiten, waren we nog wat afwachtend. Op een gegeven moment moesten we sluiten. Het was voor het team heel moeilijk om die realiteit te vatten. Uiteraard heeft ieder zijn persoonlijk verhaal en was het nodig dat ieder voor zichzelf vrede kon nemen met de nieuwe situatie. Al gauw begonnen we terug te vergaderen om te zien hoe we ons aanbod voor de tieners en jongeren in deze nieuwe realiteit konden organiseren.

 

Hoe hebben jullie dit aangepakt?

We zorgden voor een online aanbod. Daarvoor maakten we vooral gebruik van WhatsApp en social media. We daagden de jongeren uit met allerlei ‘challenges’. De jongeren vonden elkaar terug op deze manier en hadden veel steun aan elkaar. Ze schreven gedichten, liedjes en er werd ook enorm veel plezier gemaakt. Na een tijd waren de jongeren deze werkwijze beu en hadden ze er echt nood aan om elkaar terug te zien. We probeerden dit op te vangen door met Eid el Fitr deur aan deur te gaan met een kleine attentie en een babbel te doen.

Tijdens de corona-crisis merkten we de grootste impact op onze tieners. Zij bevinden zich in de leeftijdscategorie tussen 12 en 15 jaar, maar we konden hen moeilijker bereiken. Ook al was er ook voor hen een online aanbod, het werkte niet. We weten nog steeds niet goed waaraan dat ligt. Ze bevinden zich in een andere levensfase dan onze oudere jongeren. We merkten dat de tieners er vooral emotioneel onder geleden hebben. Toen we een eerste keer terug samenkwamen na de versoepeling van de maatregelen hebben we veel gepraat. We vroegen wat Bazzz voor hen betekent. Hun tweede thuis? ‘Nee, het ìs gewoon thuis …’ Dat deed wel iets met ons! Maar het zegt ook veel over het belang van een jeugdhuis voor tieners en jongeren.

 

De corona-crisis toonde nog maar eens aan dat er heel wat (verdoken) racisme is. Jongeren die in bepaalde wijken van Antwerpen bijvoorbeeld meer gecontroleerd werden dan in andere wijken. Werden de jongeren uit jullie werking hiermee geconfronteerd?

Zelf heb ik helaas een persoonlijk verhaal over mijn neefje van 19 jaar. Hij werd op een onterechte manier door de politie behandeld. Bij een controle werden zijn autosleutels afgepakt waarna de politie wegreed en hem daar in het midden van de nacht achterliet. De verhalen zijn er sowieso en we kennen ze allemaal.

In het begin van de corona-crisis leek het even niet meer over de moslimgemeenschap te gaan, maar ging het enkel over het virus. Dat zorgde voor het gevoel dat we als samenleving toch één zijn en dat er een vorm van solidariteit was. Het was fijn om niet in het middelpunt van de samenleving te staan. Even was er dat gevoel en dat gaf – helemaal in het begin – een enorme vorm van rust.

Maar al gauw was er Adil in Brussel (19-jarige Brusselse jongen die stierf nadat hij vluchtte voor een controle van de corona-maatregelen en daarbij werd aangereden door een politievoertuig, red.) en het politiegeweld in de VS, dat waren tekenen waardoor het besef kwam dat die solidariteit maar van heel korte duur was. Het zorgde ook voor veel woede en protesten. Ook de reactie van de politie in Antwerpen na de betoging rond Black Lives Matter gaf aan dat de samenleving van voor corona nog steeds dezelfde was. Het ‘wij-gevoel’ dat er misschien heel even was, is dan snel weg. Dat blijkt uit de gesprekken die ik met vrienden, collega’s en familie voerde.

En wat met de jongeren?

Zij zijn niet geshockeerd. De moord op George Floyd in de VS en de reactie van de politie in Antwerpen na de betoging op de Groenplaats: het zijn zaken die ze kennen en waarvan ze niet meer schrikken. Het raakt hen uiteraard wel, maar ze willen zich hierdoor niet kapot laten maken. Dat is een soort coping mechanisme. Dat merken we vooral bij de oudere jongeren. Het structurele racisme is frustrerend en kwetsend, maar de jongeren proberen zich erboven te plaatsen en te blijven werken aan een positief verhaal door hard te studeren en hun dromen waar te maken.

Deelnemen aan protesten, zoals die op de Groenplaats in Antwerpen is voor veel jongeren een verloren zaak. Ze geloven er niet meer in om op die manier hun stem te laten horen. Reageren via protesten is enorm belangrijk, maar voor heel wat jongeren ook vermoeiend.

 

Hoe laten ze hun stem horen?

Door zelf aan hun eigen toekomst te werken. Racisme komen ze dagelijks tegen, op het werk, op school. Het vraagt van hen iedere keer een aanpassing aan de context waarin ze zich begeven. Zo is bijvoorbeeld Younes op het werk niet dezelfde als Younes met de drarries (vrienden, red.) in het weekend. Ook al is Younes dan financieel consultant, zijn collega’s kennen hem op een bepaalde manier. Uit vrees dat mensen een bepaald oordeel geven of anders naar hem kijken, kan Younes op het werk zichzelf niet zijn. Ook meisjes ervaren veel onrechtvaardigheid. Denk maar aan de meisjes die een hoofddoek dragen. De maatschappij geeft hen het signaal dat ze blijkbaar niet over hun eigen identiteit of eigen lichaam kunnen beslissen. Zelfs niet als ze volwassen zijn! Na het recente arrest van het Grondwettelijk Hof waarin gesteld wordt dat het hoofddoekenverbod niet in strijd is met de godsdienstvrijheid en vrijheid van onderwijs, heerst er ook de vrees dat nog meer hogescholen en universiteiten kunnen volgen. De angst voor een verdere beknotting van hun vrijheid is iets waar heel wat jonge moslima’s mee bezig zijn.

Maar toch willen onze jongeren niet constant boos zijn. Ze willen er het beste van maken en ondanks de struggles blijven ze werken aan zichzelf en een betere samenleving.

 

Jongeren willen hun eigen ding doen en hun leven niet laten bepalen door het structurele racisme dat weldegelijk een onderdeel vormt van onze samenleving. Dit is een zeer begrijpelijke strategie, maar ondertussen verandert de ongelijkheid en onrechtvaardigheid niet. Als middenveld moeten we ons hier tegen blijven verzetten, maar wat mis je in de manier waarop dit vandaag gebeurt?

Ik merk dat er rond de Black Lives Matter beweging op korte tijd heel wat zichtbaarheid is ontstaan, ook rond dekolonisering. Vaak gaat het om kleine symbolen die voor een soort opening kunnen zorgen. Er worden stappen gezet door standbeelden van Leopold II uit het straatbeeld te verwijderen en de kolonisatie van Congo op te nemen in de eindtermen van het secundair onderwijs. Ik merk dat het verhaal rond dekolonisering wel meer en meer au serieux genomen wordt en terecht! Als het gaat over de discriminatie ten aanzien van moslims en de strijd tegen islamofobie, ligt dat toch veel moeilijker. Wat ik mis vandaag in de strijd tegen structureel racisme is solidariteit onder minderheidsgroepen; de strijd is nog enorm versnipperd. Ik mis de verbinding met racisme ten aanzien van moslims en de strijd tegen islamofobie. Het lijkt nu over twee verschillende zaken te gaan, maar er is duidelijk een link tussen wat moslims meemaken en wat zwarten ervaren. Het zijn iedere keer dezelfde structurele mechanismen die in werking treden. Het zou meer moeten gaan over dekolonisatie in de brede zin van het woord.

Er zijn uiteraard verschillende strategieën nodig. De protesten zijn belangrijk, maar er is meer nood aan organisaties die de protesten kunnen vertalen in beleidsacties. We hebben elkaar binnen het middenveld permanent nodig. Het is dan ook veel sterker als we de verschillende strategieën gaan mixen en versterken. Vanuit Bazzz maken we de jongeren weerbaarder en sterker. Zo ligt er voor iedere organisatie een rol. Ook kleine organisaties die weinig betekenen op beleidsniveau kunnen een verschil maken. Grote organisaties daarentegen hebben de basis niet altijd mee, missen voeling met wat racisme betekent in een mensenleven. Een permanente wisselwerking tussen de verschillende niveaus is nodig.

Er moeten structureel dingen aangepakt worden. Ook de handhaving van de wetgeving rond racisme blijft tot op de dag van vandaag een dode letter. In het middenveld is Uit De Marge sterk bezig rond etnisch profileren en ook met o.a. Uit De Marge en Chiro Vlaanderen is er een netwerk opgericht om racisme en discriminatie binnen het jeugdwerk aan te pakken (Motief maakt hier ook deel van uit, red.) Ondanks deze initiatieven heb ik het gevoel dat we binnen het middenveld elkaar meer moeten vinden en steunen, bijvoorbeeld het samenkomen van de beweging rond dekolonisering met een organisatie als BOEH die het hoofddoekenverbod aanklaagt. Het gaat om dezelfde strijd tegen structureel racisme. Onze stem zal enkel luider klinken als de verschillende bewegingen elkaar vinden. Zo ver zijn we nog niet vandaag.

 

Welke rol zie je voor een vormingsinstelling als Motief?

Motief heeft in het verleden vanuit een christelijk verhaal gewerkt aan verbinding maken met de samenleving, maar heeft haar visie en missie ook aangepast aan de realiteit van vandaag en is geëvolueerd naar een actief pluralistische organisatie. Motief realiseert dit ook in de eigen organisatie. Dat merk je aan het diverse team. Dat is een kracht en zorgt tegelijkertijd ook voor geloofwaardigheid. Motief brengt mensen met verschillende levensbeschouwelijke achtergronden bij elkaar en werkt aan bewustwording om zo verandering teweeg te brengen. Dat is erg waardevol.

Het middenveld is breed en hybride; dat is een kracht in een superdiverse samenleving die heel snel verandert en evolueert. Er worden ook heel wat partnerschappen opgezet maar ze zijn niet altijd even duurzaam. We werken nog te veel op eilandjes. Hoe kunnen we verschillende bewegingen met elkaar verbinden zodat er meer solidariteit kan ontstaan tussen de strijd van de LGBTQ’s en die van moslims bijvoorbeeld? We moeten het niet per se eens zijn met elkaar, maar als we meer gelijkheid en vrijheid willen voor iedereen, kunnen we niet anders dan elkaar te vinden in een gemeenschappelijke strijd. Anders blijft gelijkheid een hol gegeven. Motief is een organisatie die werkt rond levensbeschouwing in de breedste zin van het woord en kan daarin een waardevolle rol opnemen.

 

Je kan Bazzz bezig zien op 20 september in CCBerchem tijdens Bazzz On Stage.

Bazzz On Stage is een ijzersterke voorstelling door de jongeren en tieners van Bazzz over hun kijk op de samenleving, gemaakt onder begeleiding van professionele artiesten. Motief organiseert na de theatervoorstelling een nabespreking.

Alle info over Bazzz On Stage achter deze link.