Laat de Verlichtingsidealen niet aan de ketting leggen

islamophobiaVandaag wordt door politici, opiniemakers en media vaak naar ‘de Verlichting’ verwezen. Opvallend is dat dit vooral gebeurt wanneer het gaat over integratie, moslims, niet-Westerse culturen of godsdienst. Steevast wordt de Verlichting dan voorgesteld als een periode die de Westerse geschiedenis compleet veranderd heeft en die alle volkeren eigenlijk zouden moeten doormaken. Want – zo gaat het verhaal – sinds de Verlichting laat de Westerse mens zich niet langer onderdrukken door godsdiensten, tradities of koningen. Hij gelooft in democratie, godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en mensenrechten. Hij is ervan overtuigd dat man en vrouw, blank en zwart, hetero en holebi gelijk behandeld moeten worden. Buiten het Westen – zo gaat het verhaal verder – hebben mensen die evolutie niet doorgemaakt. Ze laten hun doen en laten nog te veel door hun godsdienst bepalen, ze zijn onverdraagzaam ten aanzien van andersdenkenden. Vaak wordt het verhaal besloten met: Nu globalisering, oorlogen, migratie,… ervoor zorgen dat we in het Westen intensief met andere culturen in aanraking komen, staan de Verlichtingswaarden ook in het Westen onder druk. Daarom moeten we moslims, gelovigen, mensen met een migratie-achtergrond,… verplichten om deze waarden te erkennen en te respecteren. Vanuit deze benadering van ‘de Verlichting’ gaat men mensen in twee categorieën opdelen: zij die reeds Verlicht zijn enerzijds, en zij die deze evolutie nog door moeten maken anderzijds. Met dit onderscheid worden vervolgens groepen tegenover elkaar gezet : moslims tegenover niet-moslims, migranten tegenover autochtonen, gelovigen tegenover vrijzinnigen of atheïsten. Daarbij wordt steevast de eerste groep als minderwaardig, achterlijk, barbaars, en zelfs gevaarlijk voorgesteld. De tweede groep wordt als beschaafd, kritisch denkend, ethisch en intellectueel superieur voorgesteld. Wat deze laatste groep ook meteen de legitimiteit geeft om de vrijheid en de gelijke rechten van de ‘nog-niet Verlichte’ groepen te beperken: (enkel) bij moslims moet thuisonderwijs strenger gecontroleerd worden, de hoofddoek wordt op school verboden, jongeren die op Facebook kritiek uiten op Charlie Hebdo krijgen de politie over de vloer,…

Dat Verlichtingswaarden worden gebruikt om bepaalde bevolkingsgroepen als gevaarlijk of dom voor te stellen, en om hun rechten in te perken, is allesbehalve nieuw. Het gebeurde al… tijdens de Verlichting. Zo stelden bijvoorbeeld Voltaire, Rousseau en Kant dat het gevaarlijk zou zijn om vrouwen, ongeschoolde mensen (de meerderheid van de bevolking dus) en mensen uit de kolonies evenveel rechten en vrijheden te geven als blanke geschoolde mannen. Vrouwen, ongeschoolde mensen, zwarte mensen,… waren volgens hen te weinig rationeel en dus niet in staat om in te zien wat in het algemeen belang is. Zij waren dan ook geen voorstanders van democratie, maar pleitten voor een sterke staat, geregeerd door verlichte leiders, die op basis van hun redelijke vermogens, en bijgestaan door verlichte filosofen, zouden beslissen wat in ieders belang was.
Nochtans waren er ook Verlichtingsdenkers die een andere mening toegedaan waren. Zij vonden dat alle burgers – dus ook vrouwen, ongeschoolde mensen, mensen uit de kolonies – dezelfde rechten en vrijheden zouden moeten krijgen. Zij zagen geen heil in een sterke staat, maar pleitten voor een democratisch bestuur, waarin alle burgers het recht hadden om verzet en kritiek te uiten. Helaas werden zij door de gematigde denkers en de toenmalige machthebbers weggezet als gevaarlijk en radicaal en naar een duister hoekje van de geschiedenis verbannen. Vandaar dat de namen van denkers als Diderot, Volney, Mirabeau, Barlow, Priestley, Raynal, Paine, Price en de Condorcet,… ons vandaag veel minder bekend in de oren klinken dan die van de gematigde Verlichtingsdenkers zoals Hume, Voltaire en Rousseau.

De Verlichtingsdenkers verschilden echter niet alleen van mening over hoe de overheid moest georganiseerd worden. Zo waarschuwde de Franse filosoof Diderot ervoor dat het emancipatorische pleidooi om mensen door hun eigen inzicht en rede te laten leiden in plaats van door religieus gezag, voor sommigen als een onderdrukkende nieuwe religie begon te functioneren. Hij klaagde aan dat heel wat verdedigers van de rede er een erg negatief mensbeeld op na hielden. Ze stelden bijvoorbeeld dat mensen niet zomaar in staat zijn om goede keuzes te maken, maar dat ze eerst moeten leren om hun gevoelens en instincten te onderdrukken. Mensen moeten met andere woorden gedisciplineerd worden. Ze mogen er niet naar streven om hier en nu van het leven te genieten, maar moeten deze verlangens ondergeschikt maken aan het algemeen belang. Dat algemeen belang kan alleen door redelijke, reeds verlichte mannen bepaald worden. Op deze manier werden vooral onderdrukte groepen voorgehouden dat het normaal was dat zij niet hier en nu al van het leven konden genieten.
Diderot benoemde dit als een nieuwe ‘religie’, omdat dit verhaal volgens hem alle kenmerken had van de christelijke religie zoals hij die kende: het lichaam werd als iets negatiefs gezien, gewone mensen werden niet in staat geacht te begrijpen wat goed of slecht is, het bedwingen van het verlangen naar geluk werd als iets positiefs voorgesteld, er werd mensen een ideaal en onbereikbaar mensbeeld voorgehouden,…

Het inzicht dat ook niet-religieuze en zelfs anti-religieuze verhalen als een religie kunnen werken, is ook vandaag een echte eye-opener. Het is een interessant perspectief om kritisch naar onze samenleving te kijken en bloot te leggen welke mensbeelden, waarden en normen ons vandaag pogen te disciplineren. Hoe hoort een mens zich te gedragen om als ‘waardevol’ beschouwd te worden? Met welke argumenten wil men ons vandaag laten geloven dat we niet zomaar kunnen doen wat ons goed dunkt of opeisen wat een basisrecht is? Wie vertelt ons vandaag dat we offers moeten brengen, ons welzijn nog wat moeten uitstellen? Welke onhaalbare idealen worden ons vandaag voorgehouden? Welke religie doet ons geloven dat we de groeiende kloof tussen arm en rijk toch moeten zien als een vooruitgang voor allen? Op elk van deze vragen kunnen we vandaag antwoorden: het neoliberalisme. Mensen worden immers in de eerste plaats gewaardeerd om wat ze bijdragen aan de economie, om hun prestaties op de arbeidsmarkt. Wie niets of onvoldoende bijdraagt, heeft niet het recht om hier en nu van het leven te genieten. Doe je dat toch, dan word je als een profiteur, een luierik of een egoïst beschouwd. Ben je lui, dan worden je rechten ingeperkt. Pas als je je plichten vervuld hebt, krijg je je rechten. Ook gaat er een sterke disciplinerende kracht van het neoliberalisme uit: we mogen niet klagen, maar moeten harder werken om de economie draaiende te houden, of crisissen het hoofd te bieden. Pas als de crisis voorbij is, mogen we er weer aan denken om gelukkig te zijn. Maar voorlopig moeten we onze verlangens opzij schuiven. Ook wordt voortdurend herhaald dat gewone mensen niet kunnen snappen hoe de economie werkt, of te egoïstisch denken om de juiste beslissingen te nemen. Daarom kunnen ze zich beter laten leiden door economische specialisten en technocraten. Ook hier gaat het om een verhaal dat op het eerste gezicht geen religie lijkt, maar er toch veel kenmerken van heeft. Het neoliberalisme als een religie beschouwen, betekent bovendien dat je dit niet als een natuurwet hoeft te beschouwen. Je kunt er andere mensbeelden, normen en waarden tegenover zetten.

De religiekritiek van de Verlichtingsdenkers is dus een interessante invalshoek om naar onze hedendaagse samenleving te kijken. Bovendien laat het wedervaren van de zogenaamde radicale Verlichtingsdenkers zien dat kritische en emancipatorische bewegingen vaak het risico lopen om door machthebbers ‘ingepakt’ te worden en onschadelijk gemaakt te worden. Soms worden hun argumenten en ideeën zelfs gebruikt om de machtsverschillen die ze proberen te doorbreken, opnieuw te bevestigen. Dat is een mechanisme dat we op heel wat plekken zien terug komen. Zo wordt bijvoorbeeld de strijd van vrouwen om kledij te dragen die niet beantwoordt aan de normen van de katholieke kerk vandaag ook gebruikt om de hoofddoek als een onderdrukkend kledingstuk voor te stellen en moslimvrouwen het recht op het dragen van een hoofddoek te ontzeggen. De vraag van werknemers om arbeid en gezin beter op elkaar af te stemmen en flexibele werktijden te krijgen, wordt door een aantal werkgevers gebruikt om van al hun werknemers te eisen dat ze op onregelmatige uren werken en altijd bereikbaar zijn. Het pleidooi van mensen die de bureaucratisering en het paternalisme in de zorg aanklagen, en pleiten voor zorg op maat en meer inspraak (participatie), wordt vandaag gebruikt om het zorgaanbod vanuit de overheid af te bouwen en zorgebehoevenden en hun omgeving zelf te laten opdraaien voor de organisatie van de zorg. Het recht op vrijheid van meningsuiting wordt gebruikt om racistische uitspraken te verdedigen en om mensen die racisme aanklagen, het zwijgen op te leggen. En zo kunnen we nog even doorgaan.

De scherpe verschillen tussen de verlichtingsdenkers laten zien dat de zogenaamde Verlichtingswaarden allerminst verworven zijn, maar voorwerp van discussie en tegenstellingen vormen. Ze laten zien dat het vaak zelfverklaarde verdedigers van de Verlichting zijn die de Verlichtingsidealen niet consequent toepassen of willen afzwakken. De bedreiging van de ‘Verlichtingswaarden’ komt dus niet noodzakelijk van buitenaf…
In onze samenwerkingsverbanden gaan we met Motief dan ook op zoek naar organisaties en mensen die de geschiedenis van de Verlichting ernstig nemen en niet meedoen aan het simplistische wij-zij-verhaal dat doorgaans over de Verlichting opgehangen wordt. In het spoor van de kritische Verlichtingsdenkers voelen we ons uitgedaagd om te streven naar een radicale toepassing van democratie, godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en van mensenrechten: als een recht voor allen. Niet enkel voor een witte, seculiere, kapitaalkrachtige… elite.
Daarnaast nemen we zeker ook de waarschuwing mee om wantrouwend te zijn wanneer dominante stemmen een kritisch of emanicpatorisch verhaal lijken over te nemen. Want heel vaak vullen zij idealen als zelfbeschikking, participatie, meningsuiting ànders in dan de groepen die deze rechten voor zichzelf opeisen. Zo houden ze de bestaande machtsverschillen in stand.

Leestips


Afbeelding: https//hshidayat.wordpress.com