Onze visie en missie

Wat doet Motief ?

Tot wie richt Motief zich?

Als actief pluralistische vormingsinstelling, richt Motief zich met haar vormingsaanbod tot volwassenen uit alle lagen van de bevolking, jong en oud, vanaf 18 jaar, met gelijk welke geloofs- of levensovertuiging. Iedereen die samen met anderen een leerproces wil aangaan naar de levensbeschouwelijke identiteit van mensen en groepen, die bereid is om de eigen levensvisie kritisch onder de loep te nemen en die op een respectvolle manier in dialoog met andersdenkenden wil treden, vindt in het aanbod van Motief zijn/haar zin. De bestaande verschillen tussen deelnemers qua gender, maatschappelijke positie, etnische, culturele en spirituele achtergrond worden op hun betekenis onderzocht en maken op die manier vaak deel uit van het leerproces.

Onze Missie

Vzw Motief is een sociaal-culturele vormingsinstelling voor volwassenen,
gespecialiseerd in het ontwikkelen en begeleiden van impactrijke veranderingsprocessen omtrent ‘levensbeschouwing in de samenleving’.
Motief ondersteunt (groepen van) mensen
in het respectvol en verbindend leren omgaan met andere (geloofs)overtuigingen en -praktijken.
Motief wil daarmee (groepen van) mensen versterken zodat zij kunnen bijdragen aan een actief pluralistische samenleving in een kwaliteitsvolle democratie.

 

Dit doet vzw Motief door mensen  in groepen, organisaties en gemeenschappen
te helpen groeien in bewustwording en in praktijk
omtrent de eigen levensbeschouwelijke identiteit en die van andersdenkenden,
omtrent de context waarin ieder van ons die identiteit beleeft,
omtrent maatschappelijke uitdagingen met betrekking tot levensbeschouwing,
en omtrent constructieve vormen van samenleven en samenwerken – met respect voor ieders levensbeschouwelijke eigenheid en de bestaande diversiteit.

 

Motief biedt hierrond vormingen, werkmateriaal, publicaties, een gespecialiseerde bibliotheek, advies en verricht onderzoek. 

 

Respect voor ieders eigenheid, zorg voor het kwetsbare, en het streven naar rechtvaardige verhoudingen zijn waarden die medewerkers van Motief  ongeacht hun eigen levensbeschouwing  met elkaar verbinden. Het zijn ook waarden die medewerkers van Motief in hun werking en via hun activiteiten uitdragen en trachten waar te maken.

Onze inspiratie en identiteit

Motief is een actief pluralistische organisatie met wortels en bronnen in verschillende emancipatorische visies.

De oudste wortels van Motief reiken tot in emancipatorische strekkingen binnen de joodse en christelijke tradities. Ook het socialisme vormt één van de oudste inspiratiebronnen van Motief. Gaandeweg werden nieuwe bronnen gevonden in emancipatorische strekkingen binnen het feminisme, de andersglobaliseringsbeweging, het vrijzinnig humanisme en de islam. Daarnaast bouwt Motief ook verder op inzichten en strategieën uit de kritische pedagogie en de antiracismestrijd. In de toekomst groeien aan onze organisatie ongetwijfeld nieuwe wortels die naar nog andere bronnen reiken. Hoe breder onze wortels, hoe breder onze organisatie kan uitwaaien en zich kan verbinden met diverse organisaties en groepen in onze samenleving.

Onze wortels en bronnen functioneren als toetsstenen en richtingwijzers voor het actief pluralisme van onze organisatie. Ze beïnvloeden de manier waarop we invulling geven aan dit begrip. Ze bepalen welke accenten we leggen en welke keuzes we maken.

Pluralisme, op zich, betekent slechts dat je verschillende visies respecteert, naast elkaar laat bestaan, op elkaar laat inwerken, elkaar laat uitdagen en in vraag stellen, zonder daarbij naar harmonie te streven. Sommige visies zijn echter onverenigbaar met elkaar. Je kunt dan ook niet pluralistisch zijn zonder keuzes te maken. In het maken van die keuzes laat Motief zich leiden door vragen (en daar aan verbonden normen) die in onze bronnen centraal staan:

  • Leidt deze praktijk tot meer menselijkheid?
  • Werkt dit idee systeembevestigend of systeemveranderend?
  • Worden de kwetsbaren in onze samenlevinghier beter van?
  • Is dit een structurele oplossing of bestrijdt ze alleen de symptomen?
  • Werken we met deze keuze mee aan een rechtvaardigere samenleving?
  • Met welke groepen willen we solidair zijn?

 

Weg-wijzers

Motief laat zich graag inspireren door denkers den doeners die weerwerk proberen te bieden aan dominante verhalen en machtsstructuren. Hun v isies en praktijken gebruiken wij als weg-wijzers naar een samenleving waarin menselijkheid, gelijkheid, gerechtigheid en solidariteit centraal staan. Tweemaal per jaar zetten we zo’n weg-wijzer in de kijker in onze brochure. Hieronder een aantal van onze wegwijzers:

Ons vormingsconcept

Zingeving in maatschappelijke context

Op het specifieke terrein van ‘geloof en samenleving’ heeft Motief al deskundigheid opgebouwd die resulteert in een duidelijk vormingsconcept dat uniek is in Vlaanderen. Zingeving wordt gevonden, gevormd en gevoed door een maximale betrokkenheid op de maatschappelijke realiteit. Motief noemt dit ‘verankerde spiritualiteit’ en koestert de dialectische spanning tussen twee polen van éénzelfde realiteit: tussen mystiek en politiek, strijd en inkeer, brood en rozen, …

Daarom kiest Motief ervoor het waarden- en zingevingdebat te koppelen aan het debat over maatschappelijke structuren. Motief laat/leert mensen verbanden zien tussen de individuele levensgeschiedenis en de samenleving. Het is heel belangrijk om inzicht te verwerven in de maatschappelijke samenhang én ieders afhankelijkheid daarin. De volgende stap is – samen met anderen – toekomstgevende ’tegenverhalen’ ontwerpen die zin, nieuwe moed en gemeenschappelijke draagkracht geven.

 

Meer dan het private geloven

Het vormingsaanbod van Motief situeert zich op het snijpunt van geloof en samenleving. ‘Geloof en samenleving’ is niet enkel een ’thema’ of cluster van thema’s, maar is een specifieke benadering van het thema geloven, namelijk: contextueel – maatschappelijk.
Motief vindt geloven meer dan een individueel gebeuren dat zich enkel in de privésfeer voltrekt. Geloven heeft een maatschappelijke en een politieke dimensie en is een gebeuren dat in een gemeenschap vorm krijgt en bijgevolg iedereen aanbelangt. Ook wie niet gelooft komt dagelijks met ‘geloof’ of met gelovige medeburgers in contact.

‘Geloof en samenleving’ is met andere woorden een krachtenveld waarin zich actuele tendensen en probleemstellingen rond de religieuze identiteit van groepen en individuen situeren. Ze werken permanent op elkaar in en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Op dit snijpunt van geloven en samenleving kan je niet ‘vrijblijvend’ leren. Het vormingsaanbod van Motief staat in dienst van een rechtvaardige, participatieve, interculturele en inclusieve samenleving. Dit ‘kleurt’ vanzelfsprekend de richting waarin gezocht wordt naar de antwoorden op de vragen die zich vandaag stellen.

Stevige wortels, een kritisch bewustzijn en gemeenschapsvorming zijn essentieel in deze tijden van gefragmenteerd wereldbeeld en snelle technische evolutie. Motief heeft zeker iets te bieden met dit vormingsconcept op een moment dat het verlangen naar religie en spiritualiteit groeit. Bovendien neemt enerzijds religieus fundamentalisme in de drie wereldgodsdiensten toe en anderzijds wordt religie door politieke machthebbers in internationale conflicten misbruikt. Ook nu hier in Vlaanderen de islamfobie groeit, de joodse gemeenschap vreest voor een nieuwe golf van antisemitisme en de onverdraagzaamheid tussen mensen met een verschillende religieuze achtergrond of ideologie in het algemeen, vergroot, biedt het vormingsconcept van Motief perspectief.

Motief is een autonome vormingsinstelling, die zich vrij en onafhankelijk van religieuze instituten in onze samenleving, beweegt. Motief zoekt wel de dialoog.

 

Aandachtspunten vanuit de maatschappelijke context

Vanuit onze visie, en vanuit de bestaande context (zoals uitgewerkt in onze omgevingsanalyse), stelt Motief in haar vormingsconcept de volgende aandachtspuntencentraal.

Aandachtspunten op methodisch vlak

→ Ontwikkelen van sociologische fantasie: Motief wil deelnemers meer inzicht geven in de samenhang tussen particuliere verhalen en maatschappelijke verhalen en processen.

→ Contextualiseren: Motief wil deelnemers stimuleren om telkens weer op zoek te gaan naar de context van politieke, ideologische en levensbeschouwelijke uitspraken.

→ Politiseren van mensen en middenveld: Motief wil het maatschappelijk debat helpen organiseren en meewerken aan bewustwordingsprocessen omtrent eigen en collectieve belangen.

Aandachtspunten op socio-economisch vlak

→ Motief wil in haar vorming de samenhang tussen onderbouw (materiële productie) en bovenbouw (ideologische productie) blijven thematiseren.

→ Motief wil in haar vorming de structurele achterstelling van kansarmen, laaggeschoolden en etnisch‐culturele minderheden en kwetsbaar gemaakte groepen kaderen in een bredere analyse van klasseverhoudingen.

→ Motief wil in haar vorming de vanzelfsprekendheid van het neoliberale vooruitgangs’geloof’ doorbreken en deelnemers stimuleren om dit kritisch in vraag te stellen.

Aandachtspunten op politiek vlak

→ Focus op emancipatie: Motief wil de identiteitspolitiek van minderheden en gemarginaliseerde groepen ondersteunen. Daarbij hecht Motief bij het netwerken een groot belang aan het betrekken van enerzijds minderheidsgroepen, anderzijds groepen en instellingen die mensen systematisch bijeen brengen vanuit emancipatorisch oogpunt en hun stem in het maatschappelijke debat kunnen laten klinken (bv grote middenveldorganisaties zoals de arbeidersbeweging, vrouwenbeweging, armoedebeweging,…)

→ Motief wil weerwerk bieden aan de neoliberale individualisering en spiritualisering van socio‐economische, politieke, maatschappelijke en ecologische problemen. Ook emancipatie ziet Motief in de eerste plaats als collectief proces en niet als een individuele opdracht.

→ Weerwerk bieden aan het dominante wij‐zijdenken: Motief wil in haar werking aandacht hebben voor de constructie van een ‘nieuw wij’, op basis van een collectief maatschappelijk belang. Dit ‘nieuw wij’ is een functionele, meervoudige en dynamische identiteit die vertrekt van de samenleving zoals ze is, namelijk pluralistisch.

→ Weerwerk bieden tegen een essentialistische, éénduidige en statische invulling van identiteit: Motief wil in haar werking het kruispuntdenken inzetten als instrument om de meervoudigheid en het dynamische karakter van identiteiten in beeld te brengen.

→ Weerwerk bieden aan culturalisme: Motief wil de socio‐economische oorzaken van achterstelling, die in het dominante diversiteitdiscours buiten beeld gehouden worden, blijven thematiseren in haar vorming.

→ Het ideologisch debat over verschillende samenlevingsmodellen helpen verhelderen: Motief wil deelnemers meer inzicht geven in de ideologische gronden van assimilatie‐, integratie‐, segregatie‐ en onderhandelingsmodellen.

→ Een actief pluralistische houding hanteren: Motief wil deelnemers ertoe aanzetten om levensbeschouwelijke verschillen te erkennen en ernstig te nemen, te zoeken naar gemeenschappelijke vragen en belangen en te onderhandelen over oplossingen voor concrete maatschappelijke vraagstukken.

Aandachtspunten op het vlak van duurzaamheid en ecologie

→ Creëren van een ‘nieuwe wij’ omtrent duurzaamheid: vanuit levensbeschouwingen worden heel wat handvaten aangereikt om tot een andere verhouding tot de natuur te komen. Motief wil dit in haar vorming thematiseren en mogelijke bondgenootschappen in beeld brengen.

→ Stimuleren van het maatschappelijke debat over verhouding mens en natuur: Motief wil bij deelnemers de bewustwording omtrent eigen en collectieve consumptiepatronen stimuleren.

 

Het leerhuismodel

Kracht voor de toekomst zit in de kernkwaliteit van Motief, namelijk ‘het ontwikkelen van vorming omtrent religieuze identiteit op het snijpunt van geloof en samenleving, waarbij de drie aandachtspolen ’traditie, maatschappij en groep’ in evenwicht worden gehouden’.
Dat is precies wat het model van het leerhuis doet. Het is geïnspireerd op het joodse leerhuis waarin geloof en samenleving met elkaar in een intensieve dialoog werden gebracht. De vieringen in de synagoge waren belangrijk, maar niets werd zo wezenlijk bevonden als het ‘leerhuis’ ernaast, waar mensen verzamelden om samen te leren ‘hoe goed te leven’. Motief gebruikt daarom het model van het ‘leerhuis’ om met een groep het bewustwordingsproces aan te gaan over de eigen religieuze identiteit en de maatschappelijke context waarin men die identiteit beleeft én over de verstrengeling van spiritueel en politiek bewustzijn.

Het langlopende karakter van het leerhuis daagt mensen uit gemeenschap te vormen en zich te verbinden met mekaar. Het is een labo waarin samen gezocht wordt rond zinvragen en maatschappelijke dilemma’s. Het opnieuw bestuderen van de eigen religieuze bronnen en tradities (zoals de bijbel) geeft mensen hernieuwde ‘wortels’ van waaruit ze op een geïnspireerde manier maatschappelijke keuzes kunnen maken. De bijbelse traditie vormt een grote inspiratiebron om bij complexe maatschappelijke problemen menselijke en solidaire oplossingen te vinden en geen heil te zoeken in simplistische antwoorden die vaak leiden naar een ‘exclusieve maatschappij’ waarin enkel het recht van de sterkste telt. In het leerhuis vertrekken we steeds vanuit de driehoek ‘Samenleving – Groep – Traditie’ (bijvoorbeeld op basis van de heilige boeken).

De methodiek van het ‘leerhuis’ heeft als basis:

Permanent leren

Motief opteert voor langlopende vormingsprogramma’s. Deelnemers worden voortdurend uitgedaagd hun leven en omgeving als leerproces te zien, en samen met anderen dat proces te gaan.

Herhalen en herinneren

De rijkdom aan relevante kennis, inzichten, theorieën en ervaringen, verhalen, vanuit verschillende emancipatorische bewegingen wordt bij het zoeken rond de eigen leef- en geloofsvragen opnieuw herinnerd en eigen gemaakt. We leren van het verleden, om een andere toekomst mogelijk te maken.

Individueel en collectief leren

Elkaar bevragen en confronteren, eigen ‘deskundigheid’ niet onderschatten; het ‘gemeenschap vormen’ zijn de fundamenten van het leerproces in een leerhuis. De eigen levenskwaliteit is afhankelijk van de collectieve levenskwaliteit. De individuele leervraag maakt steeds deel uit van een collectieve leervraag.

Leren in praktijk brengen

Deelnemers uitdagen om wat ze geleerd hebben te toetsen aan een concrete praktijk en vanuit hun praktijk de nieuwe inzichten opnieuw te bevragen. Leren staat niet los van leven. Leren ‘gemeenschap vormen’ en ‘solidair zijn’ gebeurt via het ervaren, en groeit via reflectie op die ervaring. Het reflecteren op de eigen en collectieve praktijk is dan ook een wezenlijk deel van het leren.

Het / de meest kwetsbare staat centraal in het leren

In het leren wordt steeds het belang van de meest kwetsbare mens, het meest kwetsbare in onszelf ook, voorop gesteld: in functie daarvan wordt er geleerd. Dit is een partijdige optie vanuit de bijbelse / joods-christelijke traditie. Daarbij is maatschappijanalyse noodzakelijk: leren kijken in wiens belang er gedacht en gehandeld wordt, wie baat heeft bij ons leren en wie niet, welke (toekomstige) wereld we voor ogen hebben bij het leren en wie in die wereld tot zijn volle ‘recht’ kan komen. Het gaat om een partijdig leren, in functie van een meer menselijke samenleving.

Leren vanuit een verzet tegen enerzijds assimilatie, anderzijds isolatie

In de cursussen wordt de eigen identiteit (her)ontdekt, zonder dat verschillen verdoezeld of geëlimineerd worden (verzet tegen assimilatie).
Leren in het leerhuis sterkt mensen om zich niet terug te plooien op zichzelf en/of op de eigen geloofsgemeenschap (verzet tegen isolatie).

Driehoek: Groep / beweging – Samenleving – Bijbel

In het leerhuis wordt altijd geleerd met die driehoek in gedachten. De vormingsthema’s bevinden zich op het snijpunt van deze drie componenten van het leerproces.

In het kort

Het leerhuismodel:

  • verzet zich tegen assimilatie en tegen het terugplooien op zichzelf/ de eigen groep.
  • leert denken vanuit tegenstellingen .
  • leert de vanzelfsprekende werkelijkheid in vraag te stellen.
  • vormt een kritisch bewustzijn.
  • beweegt mensen in het streven naar een meer menselijke samenleving.
  • benadrukt de collectieve/gezamenlijke verantwoordelijkheid, niet de individuele.
  • leert de praktijk van ‘solidaire weerbaarheid’ .
  • leert problemen niet enkel te verpersoonlijken , maar ook te institutionaliseren én te vermaatschappelijken / economiseren.
  • leert dat leren politiek is.
  • leert vanuit gedenken / herinneren.
  • kiest voor de sociaal zwakste.

In maart 2015 verscheen op de website van Socius een artikel over de leerhuizen van Motief. Klik hier om dit artikel te lezen.

Onze inhoudelijke beleidsdoelstelling

‘Mensen beschikken over de basiscompetenties om respectvol om te gaan met levensbeschouwelijke diversiteit en deel te nemen aan het maatschappelijk debat hieromtrent’

Wat willen we bereiken?

In het nadenken over levensbeschouwelijke diversiteit hanteren mensen het model van het actief pluralisme en een inclusieve visie op neutraliteit. 

De superdiversiteit die alsmaar meer van onze grootsteden kenmerkt, creëert nieuwe maatschappelijke spanningsvelden en vragen die om nieuwe referentiekaders en praktijken vragen. In deze realiteit kiest Motief voor een neutraliteit die insluitend werkt en voor een actief pluralisme.

Motief wil de levensbeschouwelijke diversiteit in de samenleving meer genuanceerd in beeld brengen en hierbij zowel deelnemers, partners bij samenwerkingsverbanden als de brede Vlaamse bevolking betrekken. Het model van het actief pluralisme en de notie van inclusieve neutraliteit vormen belangrijke referentiekaders en instrumenten voor het omgaan met levensbeschouwelijke verschillen omtrent maatschappelijke issues (i.c. verhouding religie-staat; emancipatie van minderheden; ecologie & duurzaamheid, diversiteit, integratiebeleid,…). Het actief pluralisme-model kenmerkt zich door onderhandeling, het erkennen van machts- en andere verschillen, het kritisch kijken naar zichzelf en de samenleving, het omgaan met tegengestelde belangen, en zoeken naar gemeenschappelijke doelstellingen.Het model van het actief pluralisme doorbreekt het dominante denken omtrent een pluralistische samenleving dat levensbeschouwingen vaak als éénduidige, monolythische blokken tegenover elkaar plaatst. Een actief pluralistische houding erkent de reële interne verschillen binnen levensbeschouwingen en gaat op zoek naar overeenkomsten en verschillen tussen (subgroepen van) verschillende levensbeschouwingen.

De notie van een inclusieve of insluitende neutraliteit (tegenover een exclusieve of uitsluitende neutraliteit) kenmerkt zich door ook de dominante visies en standpunten als niet-neutraal en niet-waardevrij te erkennen en door het problematiseren van de machtsverhoudingen tussen de verschillende actoren in een (actief) pluralistisch onderhandelingsproces.

Motief beschouwt daarom een actief pluralistische houding die naar inclusieve neutraliteit streeft als een ‘basiscompetentie’ om respectvol om te kunnen gaan met levensbeschouwelijke diversiteit.

 

‘Mensen putten emancipatorische kracht uit de eigen levensbeschouwelijke identiteit en versterken zo hun maatschappelijke weerbaarheid’

Wat willen we bereiken?

Mensen ervaren onze vormingen als voedend en ondersteunend voor de eigen levensbeschouwelijke identiteit en beschouwen dit als helpend om zich in een (super)diverse en complexe samenleving weerbaarder op te stellen. 

In een (super)diverse en snel evoluerende samenleving roept de confrontatie met andere (geloofs)overtuigingen en nieuwe maatschappelijke vraagstukken vaak angst, weerstand, onmacht en moedeloosheid op. ‘De ander’ confronteert ons –bewust en onbewust- met vragen omtrent de eigen identiteit. De complexiteit van de samenleving dwingt ons om permanent als individu keuzes te maken, ons te positioneren, maar geeft ons nauwelijks de ruimte en ondersteuning om deze keuzes voor onszelf diepgaand te overwegen en onderbouwen. Zonder een stevig bewustzijn van de eigen referentiekaders worden we stuurloos of raken we uitgeput, ervaren we onszelf weerloos ten aanzien van externe krachten die op ons inwerken.

Om dynamisch en constructief met deze veeleisende samenleving om te kunnen gaan is het daarom essentieel om het eigen opgebouwde pakket aan levensbeschouwelijke normen en waarden, aan (geloofs)ideeën en praktijken, te (blijven) voeden en actualiseren.  De emancipatorische kracht van levensbeschouwingen ligt, volgens Motief, in het voortdurende en gezamenlijke zoekproces om humane antwoorden te vinden op maatschappelijke uitdagingen, in het zich gedragen voelen door een gemeenschap, in de richtingwijzers die het biedt om tot meer kwaliteit van leven te komen. Doel is dus om groepen van mensen te ondersteunen in het versterken van hun individuele en gemeenschappelijke stuurkracht en maatschappelijke weerbaarheid. Naast het organiseren van eigen vorming, vindt Motief het belangrijk om de zoekprocessen en initiatieven van jonge, emancipatorische bewegingen binnen jodendom, islam, christendom en vrijzinnigheid te ondersteunen: door onze expertise aan te bieden en samen te werken, door ruchtbaarheid te helpen geven aan hun initiatieven, door hun stem in het maatschappelijke debat te helpen versterken.

 

‘Mensen zijn in staat om de verworven vaardigheden en inzichten in te zetten om de kwaliteit van leven te verbeteren in de eigen leef- en werkomgeving, en in de brede samenleving’

Wat willen we bereiken?

Mensen slagen erin om de verworven vaardigheden en inzichten te hanteren om de kwaliteit van leven te verbeteren op het terrein van levensbeschouwelijke diversiteit en identiteit in de eigen leef- en werkomgeving, en in de brede samenleving

Het integreren en verankeren van de basisvaardigheden (i.c. een actief pluralistische houding) en inzichten in de eigen praktijk van deelnemers, vraagt langlopende vormingstrajectenwaarin deelnemers uitgedaagd worden om de eigen positie en visie onder de loep te nemen, zich in hun praktijk kritisch te laten bevragen door anderen, strategieën te verkennen die hen in staat stellen om verandering te brengen in het eigen handelen en zich hierrond te organiseren samen met anderen. Dit met het oog op meer kwaliteit van leven voor zichzelf, voor anderen in hun omgeving en in de brede samenleving.

Motief wil met andere woorden ‘emancipatorische’ leerprocessen op gang brengen. Het emancipatorische karakter van vormingsprocessen ligt -kort samengevat- in de aanwezigheid van de volgende factoren.

Deelnemers leren:

  • vertrekken vanuit de eigen dagelijkse werkelijkheid: de eigen positie, vragen, uitdagingen
  • sociologische fantasie ontwikkelen: het eigen verhaal te verbinden aan maatschappelijke tendensen
  • het dominante denken in de samenleving herkennen, analyseren en decoderen
  • aandacht hebben voor kwetsbaren groepen in de samenleving en voor de eigen kwetsbaarheid
  • vaardigheden en strategieën ontwikkelen om verandering te creëren in de eigen situatie en in de samenleving
  • zich politiseren: ze worden zich bewust van de eigen positie en belangen, ze solidariseren zich met groepen met gemeenschappelijke belangen en ondernemen (maatschappelijke) actie.

Tot nog toe lukte Motief er vooral in om dit soort langerlopende en intensieve vormingstrajecten op te zetten via de ‘leerhuizen’ – met de joodse- en christelijke bronnen als uitgangspunt en/of toetssteen. Uitdaging is om dit de komende jaren ook te realiseren voor enerzijds moslims, met islamitische bronnen als uitgangspunt en/of toetssteen; anderzijds voor mensen die in de beroeps- of vrijetijdssfeer met levensbeschouwelijke diversiteit te maken hebben, met de eigen praktijkvragen als uitgangspunt en de eigen levensbeschouwelijke identiteit als toetssteen.

 

 

Actief pluralisme

In een samenleving die gekenmerkt wordt door een verscheidenheid aan levensbeschouwelijke overtuigingen kiest Motief voor een neutraliteit die insluitend werkt en voor een actief pluralisme. De gangbare wijze waarop neutraliteit wordt ingezet in debatten vandaag in de samenleving werkt eerder uitsluitend. Hieronder vindt u schematisch weergegeven de kenmerken van deze verschillende neutraliteitsmodellen.

 

Neutraliteit die insluitend werkt Neutraliteit die uitsluitend werkt

WAT?

– neutraliteit als garantie voor de gelijke behandeling van verschillende levensbeschouwelijke groeperingen

WAT?

– neutraliteit als de afwezigheid van levensbeschouwing in de publieke ruimte

 

HISTORIEK?

– vervlochten met de wijze waarop secularisering zich voltrok in België: via verzuiling

– erop gericht om verschillende ideologische en confessionele tendensen in de maatschappij op volwaardige wijze naast elkaar te laten bestaan

HISTORIEK?

– vertoont meer gelijkenissen met de wijze waarop secularisering zich ontwikkelde in Frankrijk, via een strikte scheiding tussen Kerk en Staat en het verbannen van religie naar de privésfeer

 

IN DE PRAKTIJK?

– verschillende levensbeschouwelijke overtuigingen kunnen beleefd en geuit worden

– spanningen en machtsverschillen tussen de diverse levensbeschouwelijke overtuigingen kunnen erkend worden

– een goede omgang met deze levensbeschouwelijke diversiteit is niet evident, handvaten kunnen gevonden worden in het model van het actief pluralisme (zie verder)

IN DE PRAKTIJK?

– de dominante, seculiere cultuur wordt bevestigd

– enkel personen met een atheïstische en seculiere overtuiging krijgen het voorrecht hun levensbeschouwelijke praktijk vrijuit te beleven

– schept een agressieve politiek ten aanzien van religieuze tekens en praktijken in de publieke ruimte, waarbij vooral de islam wordt geviseerd

 

ONTHULT

– dat geen enkel standpunt neutraal is, dat alle deelnemers in de samenleving vertrekken vanuit een welbepaalde reeks overtuigingen en opvattingen om zich tot elkaar te richten

VERHULT

– dat de opgelegde neutraliteit ook een welbepaalde, specifieke overtuiging is

DOET RECHT AAN

– de aanwezige levensbeschouwelijke diversiteit, en de bijhorende spanningsvelden en machtsverhoudingen

ONTKENT

– de aanwezige levensbeschouwelijke diversiteit door één set van normen en praktijken op te leggen voor iedereen

 

Actief pluralisme

Voor een goede omgang met de verscheidenheid aan levensbeschouwelijke overtuigingen, pleit Motief voor actief pluralisme. Het actief pluralisme gaat uit van een onderhandelingsmodel. De kenmerken van dit model staan vaak lijnrecht tegenover die van het dominante diversiteitsdiscours, dat in de praktijk eerder bij een assimilatiemodel aanleunt. Actief pluralisme wordt verder gekenmerkt door onderstaande houdingen.

  •  Spanningen worden niet ontweken, maar samen besproken. Meningsverschillen zijn onvermijdelijk en hoeven ook niet per se opgelost te worden. Men gaat er niet bij voorbaat vanuit dat er een compromis of zelfs wederzijds begrip mogelijk is. Elke partij mag uitgaan van de eigen overtuiging, maar er moet met respect worden geluisterd naar elkaar. Het gaat er niet om de ander te overtuigen van het eigen gelijk, maar om via onderhandeling tot een uitkomst te komen die samen leven mogelijk maakt. Het gaat erom de onderhandeling vanuit de eigen overtuiging te voeren, zonder die te laten domineren of die van de ander te marginaliseren.

 

  • Bij actief pluralisme hebben dominante groepen niet het alleenrecht om te beslissen wie er al dan niet bij de samenleving hoort en op basis van welke criteria. Zowel dominante als minderheidsgroepen moeten zich verantwoorden voor de keuzes die ze maken. Dat betekent dat niet alleen “afwijkende” visies en praktijken in vraag gesteld worden, maar ook “dominante”. Actief pluralisme daagt mensen uit om op zoek te gaan naar de maatschappelijke vragen die achter uitspraken of gedrag zitten dat ze op het eerste gezicht “vreemd”, “abnormaal”, “belachelijk”, “absurd”, “afkeurenswaardig” of “minoritair” vinden. Zo lijken bijvoorbeeld de strenge sabbatregels bij de joden, de ramadan bij moslims, de meditatiesessies bij boeddhisten,… voor veel buitenstaanders weinig zinvol. Bij nader inzien stellen ze echter wel een aantal relevante maatschappelijke vragen aan de orde. Zoals: hoe zorgen we ervoor dat we af en toe ons hectische leven van werken, produceren, consumeren,… staken en bevragen? Hoe bouwen we momenten in waarbij we onze levenswijze en de manier waarop we onze samenleving organiseren eens kritisch en fundamenteel onder de loep nemen? Daarbij blijft het wel de uitdaging om in het gesprek met elkaar de reële machtsverschillen niet uit het oog te verliezen. De erkende levensbeschouwingen worden in België bijvoorbeeld op basis van ongelijke criteria gesubsidieerd, de katholieke Kerk blijft de machtigste levensbeschouwelijke instelling, met aanzienlijke belangen en invloed in de politiek, het onderwijs, de zorgsector, …

 

  • Bij actief pluralisme is het opzet van de onderhandeling niet louter om elkaar (beter) te leren kennen. Het gesprek tussen mensen van verschillende levensbeschouwingen heeft in dit model altijd een specifiek doel, namelijk beslissen hoe we onze samenleving organiseren. Zo zijn bovenstaande vragen bijvoorbeeld – meer nog dan persoonlijke geloofsvragen – fundamentele maatschappelijke vragen die in onze samenleving zelden nog ter discussie worden gesteld.

Motief biedt ook vorming aan waarin we de begrippen “actief pluralisme” en “neutraliteit” samen met de deelnemers verkennen en uitdiepen.