“Passie en gedrevenheid: niets is belangrijker”

Afscheidnemend coördinator Elke Vandeperre over 28 jaar ‘gelukkig huwelijk’ met Motief

Ze was ervan overtuigd dat ze (minstens!) tot aan haar pensioen zou blijven meedraaien in Motief. Maar deze zomer geeft Elke Vandeperre (49 j.) als coördinator de fakkel toch al door aan Evelien Horemans (28 j.) en gaat ze, voor de tweede helft van haar leven, op zoek naar een nieuwe uitdaging. “Ik ben heel gelukkig getrouwd. Met mijn job”, heeft ze altijd gezegd. En ook na achtentwintig jaar werken in Motief (en voorloper Werkplaats voor Theologie en Maatschappij) is de liefde -zo verzekert ze ons- allesbehalve over. Dat vraagt toch wat meer toelichting, vonden wij…

 

Waarom vertrek je dan bij Motief?

Omdat het tijd is. Zowel voor Motief als voor mij. Ik heb het project -samen met vele anderen- gedragen tot waar ik het kon brengen, met alles wat ik in huis heb aan vaardigheden en gedrevenheid. En voor de toekomst van de organisatie is het belangrijk dat er nu iemand van de volgende generatie het roer in handen kan nemen om samen met onze jonge ploeg van medewerkers een eigen koers te gaan uitstippelen. Toen Remi Verwimp de coördinatie-opdracht (van W.T.M.) aan mij doorgaf was ik nog piep. Achtentwintig jaar. Remi was ervan overtuigd dat het uit handen geven van de W.T.M. aan jonge mensen de enige manier was om ervoor te zorgen dat de organisatie jong en veerkrachtig en impactrijk blijft. 

Remi en ik deelden een zeer gelijkaardige maatschappelijke bewogenheid, politieke analyse en liefde voor de profetische traditie in de joodse schrift. Maar hij besefte tegelijk heel goed dat ik het anders zou gaan doen wanneer ik de leiding zou nemen: dat ik op andere thema’s wou gaan focussen, van een christelijk naar een actief-pluralistisch project wou groeien, met andere publieksgroepen aan de slag wou, enz. Maar net in die verschillen tussen ons had hij veel vertrouwen. Hij had eigenlijk ontzettend veel geloof in de generaties na hem: absoluut gerust dat zij -op een andere manier, maar even gedreven- de strijd zouden gaan voeren voor een meer menselijke samenleving voor meer mensen.

Voor mij wordt het hoog tijd om wat meer van het leven te gaan genieten in plaats van altijd alleen maar met het werk bezig te zijn. Dat is immers het gevaar als je job ook je passie is: dat je op een gegeven moment met niets anders meer bezig bent. Toen onze sector stil viel tijdens de lockdown voelde ik aan welk hels tempo ik aan het leven was en kwam er een enorme moeheid naar boven. Dat was voor mij het signaal dat het tijd werd om zelf het stokje door te geven aan een opvolger. Een moeilijke beslissing, waar ik danig mee geworsteld heb. Maar wel heilzaam en noodzakelijk, voel ik nu. Ik ben vooral blij dat ik de eindverantwoordelijkheid uit handen mag geven want dat begint na 20 jaar coördinator-zijn, toch echt wel te wegen. Mochten mijn collega’s in de toekomst graag hebben dat ik hen nog op één of andere manier ondersteun of met hen meedenk, dan zal ik dat uiteraard graag doen. Ik laat Motief dus niet helemaal los. Maar ik wil ook niet in de weg lopen.

Elke en Remi

Hoe ben jij eigenlijk ooit begonnen met dit werk?

In mijn laatste jaar humaniora moest ik – katholieke school, weet je wel – op bezinningsdagen. Dik tegen mijn zin vertrokken, maar eens we daar aan de slag gingen was ik diep onder de indruk van zowel de manier waarop onze bezinningsbegeleider het beste uit onze klasgroep haar boven kon halen, als van het eigenzinnige verhaal dat hij bracht over de betekenis van het woordje ‘god’ in de bijbel. Dat ‘god’ in de joodse schrift een werkwoord was, vond ik waanzinnig intrigerend. En dat die god dus alleen maar kon ‘gerealiseerd worden’ door mensen wanneer die zich organiseren en wegtrekken uit systemen van onderdrukking… wauw. Ik werd daar tot in mijn ziel diep door aangesproken, door zo’n godsbeeld. Aan het eind van die 3-daagse gaf de begeleider ons de opdracht om een brief aan onszelf te schrijven. Maanden later stak die brief van mijn jongere ik in m’n brievenbus, net voor onze eindexamens. Daarin stond een korte maar heldere boodschap aan mezelf: “Ga dit soort werk doen. Met deze mijnheer.” Die ‘mijnheer’ was Remi Verwimp. Voila. Twee jaar later begeleidde ik samen met hem bezinningsdagen en begon ik ook halftijds voor de W.T.M. te werken. Ondertussen studeerde ik aan de sociale hogeschool. Ik had dus eigenlijk al een beroep voor ik een studierichting had.

 

Maar van bezinningsdagen voor 17-jarigen tot het socio-cultureel vormingswerk dat Motief vandaag organiseert voor volwassenen -dat is toch nog wel een lange weg die daartussen ligt? 

Ja, uiteraard. Maar in essentie koos ik toen al voor de combinatie van: groepswerk dat naar de diepte gaat, omtrent levensbeschouwelijke thema’s, op een maatschappij- en religiekritische manier, in de eerste plaats in het belang van onderdrukte / uitgebuite groepen van mensen. Dat waren de componenten die mij zo sterk aangesproken hadden. En die zijn tot op vandaag aanwezig in de missie van Motief. Maar uiteraard hebben de maatschappelijke context en de verschillende (groepen van) mensen waarmee we doorheen de jaren aan de slag gingen, verder ook mee bepaald met welke thema’s en op welke manier we onze vormingen gingen invullen – dat was natuurlijk constant in beweging.

“En dat die god dus alleen maar kon ‘gerealiseerd worden’ door mensen wanneer die zich organiseren en wegtrekken uit systemen van onderdrukking… wauw.”

De Motiefploeg heeft je gevraagd om eens uitgebreid een terugblik uit te schrijven op die voorbije 28 jaar. Maar kan je hier al een poging doen om kort samen te vatten welke tendensen of grote veranderingen jij daarin ontwaart?

Goh, daar is heel veel over te melden wat ik binnenkort ook echt wat uitgebreider wil gaan uitschrijven want het is super belangrijk om die geschiedenis goed te kennen. Al is het maar om niet in dezelfde valkuilen te trappen… Als het over het sociaal-cultureel werkveld gaat dan baart mij vooral dit zorgen: het verdwijnen van de ideologische autonomie van het culturele middenveld. Ik heb maar liefst negen cultuurministers zien passeren, die allemaal even graag hun stempel drukten op de sector, een aantal ook door het decreet te vernieuwen en de sector compleet om te vormen. Maar welke politieke kleur ze ook hadden: ze respecteerden te allen tijde de ideologische diversiteit in het culturele werkveld. Dat was tenslotte ‘democratie for dummies’: het bestaande pluralisme binnen onze culturele sector is gewoon heilig, dat moet je met hand en tand beschermen en koesteren. Democratie is agreeing to disagree. Punt. Maar de laatste acht à tien jaar merk ik dat die heilige koe toch niet meer zo heilig is. De overheid hanteert alsmaar vaker een logica waarbij men ervan uitgaat dat gesubsidieerde organisaties een bepaalde visie en beleidslijnen gaan volgen of helpen uitvoeren in ruil voor de middelen die ze ontvangen. Ik merk ook rondom me dat de doorsnee Vlaming dat zelfs ‘normaal’ vindt: voor wat hoort wat, toch? Maar stel je voor dat een CD&V-minister van cultuur de subsidies van de socialistische vrouwenbeweging of de vrijzinnig humanistische organisaties  zou stopzetten, omdat die er een andere visie op nahouden dan de CD&V. Dat is toch compleet ondenkbaar in een democratie?! Niettemin, dat is meer en meer aan het gebeuren. Heel subtiel en vaak achter de schermen wordt er druk uitgeoefend om de ideologische lijnen van ons werk ‘bij te sturen’.

We hebben dat met Motief aan de lijven meegemaakt toen we in opdracht van de Vlaamse overheid het handboek “Positieve identiteitsontwikkeling met moslimjongeren” ontwikkelden. Omdat we daarin ook issues als ‘koloniaal denken’ en ‘witte privileges’ thematiseerden, stelde de minister van Binnenlands Bestuur dat we daarmee ingingen tegen de visie van de overheid. Het handboek mocht niet verschijnen met het logo van de overheid erop en een deel van onze projectsubsidies zou ingehouden worden. Dat is zeer onrustwekkend natuurlijk. Vooral omdat ook niemand van de coalitiepartners weerwerk bood aan de logica van de bevoegde minister in het parlement. Gelukkig konden we bij de Raad van State verhaal gaan halen. 

Maar dat soort bemoeienis vanuit de overheid is niet uniek. Zo staat in het bestuursakkoord van de huidige regering dat de subsidiëring van organisaties die zich te veel terugplooien op etnisch-culturele afkomst stopgezet zal worden. Met zo’n vage zin kan je natuurlijk alle kanten op. Maar dan moet je je even durven afvragen waarom huidige minister Jambon zo’n zinnetje in het bestuursakkoord wou. Welke achterban wil hij daarmee sussen en wie komen er dan onder vuur te liggen? Dan begrijp je al snel dat de onrust groeit bij heel wat organisaties die mensen met migratieroots en moslims organiseren en rond hun belangenbehartiging werken. Vlaams-nationalistisch organisaties lijken zich vooralsnog niet meteen zorgen te maken… dat hoef ik niet uit te leggen, veronderstel ik. Maar precies dàt is dus een erg perverse evolutie. Het is heel schadelijk voor een democratie wanneer dit soort ‘verdoken’ vormen van discriminatie zomaar getolereerd worden in het politieke halfrond. 

Verder heb ik binnen het socio-culturele werkveld zelf ook echt wel een groeiende vorm van depolitisering, vermarkting en ‘vermanaging’ zien ontstaan. En een verschraling van ‘de ambacht’ die het volwassenen(vormings)werk is: de organisaties die nog educatieven in huis hebben om lange en diepgaande vormingsprocessen te kunnen begeleiden, die groepsdynamisch en methodisch de vaardigheden hebben om politiserend en emancipatorisch te werken met groepen… ook met kortgeschoolden, ook met sociaal-economisch kwetsbare mensen, … die zijn erg schaars aan het worden. Goede agogische opleidingen ontbreken immers ook. En de werkdruk is dusdanig hoog dat je nieuwe medewerkers ook niet lang genoeg kan opleiden op de werkvloer. Ik vrees dus dat onze ambacht meer en meer gaat verdwijnen en dat het sociaal-cultureel werk verder gaat evolueren in de richting van ‘vrijblijvende vrijetijdsbesteding’ voor de gegoede middenklasse.

“Het bestaande pluralisme binnen onze culturele organisaties is gewoon heilig, dat moet je met hand en tand beschermen en koesteren. Democratie is agreeing to disagree. Punt. Maar de laatste acht à tien jaar merk ik dat die heilige koe toch niet meer zo heilig is.”

Dat klinkt tamelijk pessimistisch…
Elke en Frits

Foto door obymarie

Ja, ik hoor het nu zelf ook… Maar ik kijk nu even naar een boel ‘feiten’ die mij zorgen baren omdat mijn hart natuurlijk bij het vormingswerk en deze sector ligt. Die feiten zijn maar één dimensie van de realiteit he: je hebt enerzijds een gegevenheid – bijvoorbeeld, een goede agogische opleiding die nu ontbreekt, een overheid die zich bemoeit met de ideologische lijn van middenveldorganisaties –  en daarnaast is er de manier waarop groepen van mensen met die realiteit omgaan. We hoeven de bestaande realiteit niet te aanvaarden. We kunnen ons organiseren en plannen smeden, de handen in mekaar slaan rond gedeelde belangen. Dat lijkt mij alleszins één van de belangrijkste uitdagingen in ons werkveld voor de toekomst: zorgen dat we niet verder tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden en daarom juist zo veel mogelijk inzetten op samenwerking. Ten volle impact creëren door onze verscheidenheid aan expertise en kennis te bundelen en zo aan slagkracht te winnen. Maar dan moet je wel collectief en consequent uit een concurrentielogica stappen: informatie uitwisselen, je nek durven uitsteken voor de ander, je mond opentrekken als collega-organisaties de nek omgewrongen worden. Op heel wat plekken zie je trouwens dat er nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan: burgerinitiatieven en allerhande buurtcomités die van de ene op de andere dag een enorme impact creëren en een verandering ten goede kunnen realiseren. Het bewijst alleen maar dat wij mensen van nature ‘supersamenwerkers’ zijn, zoals Dr. Dirk Van Duppen ons al leerde. We vergeten alleen zo vaak dat we over dat supervermogen beschikken. Ook dat is onze taak: om mensen daaraan te herinneren en hen te blijven trainen in dat aangeboren talent.

Maar ok, ik vind het wel een erg woelige en verwarrende tijd. Grote maatschappelijke uitdagingen zoals de covid-pandemie, de klimaatverandering, de oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan op de economie… Veel ellende en onzekerheden voor heel veel mensen wereldwijd dus. Dat in combinatie met een sterk ingeburgerde neoliberale cultuur, met normen en waarden zoals ‘eigen belangen eerst’ en ‘individuele vrijheid en eigendom zijn heilig’, de immense invloed van (sociale) media en de toename van fake news… dat is een cocktail waar fascistoïde recepten uit kunnen komen als we niet waakzaam zijn. Daar moeten we als middenveldorganisaties echt dringend de koppen rond samensteken, naar mijn mening. Het is een mooi begin om 8 mei uit te roepen tot erkende feestdag als ‘dag waarop het fascisme verslaan werd’. Daar zetten we ons met Motief binnen de Acht-mei-coalitie ook volledig mee achter. Maar we moeten nu ook dringend verder dan symbolische initiatieven denken en een collectief actieplan ontwikkelen waarin we effectieve actie uitdenken en ondernemen, op lange termijn. Zodat we weerwerk kunnen bieden aan die algehele verrechtsing in onze omgeving, bij collega’s, in onze buurt, in onze samenleving. Dat doe je niet op een idealistische manier – door met je vingertje te gaan zwaaien – maar op een materialistische manier: door samen met mensen te gaan onderzoeken met welke bestaansonzekerheden zij worstelen, welke antwoorden of oplossingen zij daarvoor zien, die antwoorden en oplossingen te gaan toetsen op rechtvaardigheid en realiseerbaarheid en samen te zoeken naar betere oplossingen en strategieën. Een kortere weg is er niet. En het vraagt veel expertise en kennis van heel verschillende socio-culturele organisaties om dit te kunnen uitvoeren. Maar ik geloof absoluut 100% dat het mogelijk is. Meer nog: het is al meermaals gelukt voor ons. Daaruit kunnen we leren.

“Dat lijkt mij alleszins één van de belangrijkste uitdagingen in ons werkveld voor de toekomst: zorgen dat we niet verder tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden en daarom juist zo veel mogelijk inzetten op samenwerking.”

Wat waren voor jou de hoogtepunten in je tijd bij Motief en voorloper WTM?

Pfoeh… Heb je nog een dag of drie? Dat is onmogelijk te herleiden tot een top 3 ofzo, dan doe ik de geschiedenis van Motief en W.T.M. echt onrecht aan. Maar bon, als jullie mij dwingen… 

Waar ik, in elk geval, super trots over ben dat ik het mocht ‘mee-maken’ was de dag “Amen en VOORuit!”, ergens in het najaar van 2003. Met het ‘oude’ Motief (dat een breed samenwerkingsverband was, met onder meer ook Christenen voor het Socialisme) hadden we net vernomen dat we geen nieuwe erkenning van de overheid meer kregen als socio-culturele vormingsinstelling. Het personeel moest ontslagen worden. Mieke, Remi en ik hadden gedurende een uur verslagen naar onze schoenen zitten staren toen we het bericht binnenkregen. Vervolgens dronken we een kop koffie, rechtte onze rug, en besloten dat we ons er niet bij gingen neerleggen. We organiseerden een dag waarop we heel onze achterban, medewerkers en deelnemers bijeen brachten. Theatermakers en muzikanten kwamen de energie opkrikken, we hielden een veiling van aan ons geschonken kunstvoorwerpen om de eerste kosten te kunnen dragen die gemaakt zouden worden om een nieuw erkenningsaanvraag in te dienen. Rond een niéuw project. Dat is het huidige Motief uiteindelijk geworden, erkend sinds 2005. Zonder die enorme solidariteit en brede gedragenheid van bondgenoten op dàt ellendige moment was er van Motief geen sprake meer geweest vandaag.

Verder was ook ons theaterproject “Breendonk 21” ter gelegenheid van 50 jaar bevrijding van de kampen, echt legendarisch qua impact. We hadden bij aanvang gedacht om één theatervoorstelling in een parochiezaaltje ofzo te organiseren voor de familieleden van de deelnemers aan het project. Ons ‘ideetje’ is vervolgens een beetje uit de hand gelopen. Meer dan 3.000 mensen hebben toen één van de 40-tal vertoningen bijgewoond in het fort van Breendonk. Als acteurs woonden we daar bijna gedurende de hele maand mei in 2005. Dankzij het samenwerken met de twee grootste vakbonden en een 15-tal middenveldorganisaties slaagden we er toen in om dat monsterproject te financieren en zo’n enorme slagkracht te creëren. Heerlijk om te ervaren wat je als ‘mug’ in beweging kan zetten.

Ook met ons vormingsproject “Gezocht identiteit: positieve identiteitsontwikkeling met moslimjongeren”, een vorming die we eerst in 6 Vlaamse steden organiseerden en waarrond we nadien nationaal twee train-de-trainerreeksen ontwikkelden, met een daarbij horende handboek, weet ik dat we echte verandering ten goede hebben gecreëerd binnen onderwijs, jeugdwerk, hulpverlening en tewerkstelling.  Voor mij is dat toch op een of andere manier een criterium voor succes: of het project een hoge maatschappelijke relevantie heeft, en of het een reële verandering ten goede heeft teweeggebracht, in dit geval voor moslimjongeren.

Elke en Mieke
Kijk je tevreden terug?

Euhm… Ik denk het wel. Maar eigenlijk voel ik dat het nu nog wat vroeg is om al terug te kunnen kijken. Eerst moet de overdracht nog gedaan worden, dat vraagt nog minstens tot eind september heel wat tijd en energie. Maar ik ben echt in de zevende hemel met onze nieuwe coördinator: Evelien Horemans. Ik voel bij haar een heel gelijkaardige passie voor het vak: voor het sociaal-werk, in de eerste plaats in het belang van van minderheden en van wie kwetsbaar zijn, maar ook een passie voor onze levensbeschouwelijke insteek naar maatschappelijke vraagstukken. Dié passie en gedrevenheid, niks is belangrijker om een goeie en betrouwbare coördinator te kunnen zijn. Al de rest kan je leren al doende. Er is trouwens een ongelooflijk sterk team dat haar zal omringen en haar zal bijstaan terwijl ze de kneepjes van het vak leert. Dat is natuurlijk wel een enorme chance: dat ik de coördinatie kan overdragen op een moment dat we zo’n krachtig en deskundige educatieve ploeg hebben.

 

Waar gaan we jou kunnen terugvinden na die laatste klussen bij Motief?

Altijd wel ergens in de buurt van Motief vermoed ik (lacht). Nee, welke nieuwe professionele uitdaging ik aanga eens ik echt vertrokken ben bij Motief, weet ik nog niet. Echt niet. Ik ga daar deze zomer eens heel grondig over nadenken. Maar het zal altijd wel iets te maken hebben met tegendraads leren en beweging maken, denk ik . Da’s de aard van ‘t beestje.